Reisverslag Costa Rica

We trokken meteen richting La Fortuna in het noorden. La Fortuna is de ideale uitvalsbasis om de actieve vulkaan Arenal te ontdekken. Langs de weg stopten we af en toe om van de prachtige uitzichten en watervallen te genieten. Aangekomen in La Fortuna bezochten we eerst de bekende waterval. Het is zeker de moeite waard om de honderden trappen naar beneden te nemen en de waterval van dichtbij te zien. Op mooie dagen is het ook mogelijk om een verfrissende plons te nemen. La Fortuna is een klein maar gezellig dorpje met verschillende restaurantjes waar je ’s avonds kunt dineren.

De tweede dag deden we de Arenal 1968 trail. Helaas mag je de vulkaan zelf niet beklimmen, maar er zijn verschillende wandelroutes te vinden op het internet die rond de vulkaan lopen. De Arenal 1968 trail is zeker een aanrader voor wandelaars met een gemiddelde conditie. Je loopt op de verharde lavastukken naar een mooi uitkijkpunt met zicht op de vulkaan en het nabijgelegen meer. Tijdens de route hebben wij dieren gezien waarvan ik de naam niet weet, die zich in bomen verscholen. In de namiddag zochten we verkoeling in een rivier, waar toeristen en locals samen aan het chillen waren. Naast deze rivier zijn er ook verschillende warmwaterbronnen. Een tropische regenbui dwong iedereen het water uit te gaan. De straten stonden meteen blank en onze kleren waren doorweekt, dus liepen we in ons zwemtenue terug naar het hostel. Dit is een goed moment om het weer in Costa Rica te bespreken. Wij waren er eind oktober, tijdens de laatste weken van het regenseizoen (mei/juni tot november). Volgens het internet is dit een van de natste maanden, maar het viel wel mee. Er viel af en toe een hevige regenbui, maar dit was een welkome verfrissing na een warme en vochtige dag. De gemiddelde temperatuur ligt tussen de 20 en 30 graden. Over het algemeen is de beste reistijd tussen december en april, maar ook tijdens het regenseizoen is het land een aanrader, omdat de natuur dan op zijn mooist is.

Op dag drie vertrokken we richting Monteverde. La Fortuna en Monteverde lijken op het eerste gezicht op elkaar omdat ze beide veel outdooractiviteiten aanbieden (hangbruggen, quadtours, rafting, hoogteparcours, etc.). De natuur is echter wel verschillend. Onderweg naar Monteverde stopten we voor een mooie wandeling langs verschillende watervallen in Viento Fresco en genoten we van een zelfgeperst rietsuikerdrankje. Hoewel het land toeristischer is dan andere landen in Centraal-Amerika, zijn de locals supervriendelijk en altijd bereid om een deel van hun cultuur met je te delen. Aangekomen in Monteverde zijn we meegegaan op een night walk door het nevelwoud. Eerlijk gezegd had ik van tevoren een beetje schrik om ’s nachts in de jungle te lopen, maar het was een unieke ervaring en zeker een aanrader. De volgende dag trokken we opnieuw de jungle in. Aangezien we in Arenal geen hangbruggen hadden gedaan, wilden we deze in Monteverde doen. Na een paar uur wandelen op nauwe paadjes, zoekend naar vogels en andere dieren, kwamen we terug bij de uitgang. Bleek dat we een wandeling zonder bruggen hadden gekozen… Een goede reden om zeker nog eens terug te keren naar Costa Rica.

Vervolgens gingen wij door naar Santa Teresa. Een iets langere rit, maar zeker de moeite waard om ook dit schiereiland te bezoeken. Santa Teresa staat bekend om de relaxte sfeer, waanzinnige stranden en leuke hotspots. Het is een van de beste plekken om te surfen in Costa Rica. Een surfles kon in dit paradijs dus zeker niet ontbreken! Ook de machtige zonsondergangen zijn me bijgebleven op deze locatie. Naast surfen zijn er tal van andere activiteiten mogelijk, zoals paardrijden, quad huren, yoga, wandelingen, en een uitstapje naar Montezuma… Na enkele dagen in Santa Teresa gingen we terug naar het vasteland met een ferry. Deze is vrij eenvoudig online te boeken. Onze volgende stop was Quepos, de uitvalsbasis voor een bezoek aan het Manuel Antonio National Park. Dit park, gelegen aan de Pacifische kust, is heel indrukwekkend en biedt de ideale kans om wildlife tegen te komen. Wij zagen er verschillende aapjes (geen eten meebrengen in het park) en een luiaard. Naast de vele dieren, uitzichtpunten en natuur is het park ook rijk aan verschillende witte zandstranden en helderblauw water. Na een wandeling in het park hebben wij nog enkele uren in de golven gespeeld. Het is belangrijk om je tickets voor dit park op voorhand te kopen. De toegangsprijzen voor parken, watervallen en surflessen zijn vrij Europees. Het land is vrij toeristisch in vergelijking met andere landen in Centraal-Amerika, en dat verklaart ook waarom de prijzen voor eten, drankjes en activiteiten niet altijd goedkoop zijn.

We zijn inmiddels bijna aangekomen bij onze laatste dag. We maakten een korte tussenstop met overnachting in Jaco om alvast dichter bij de hoofdstad te zijn. Jaco heeft één grote straat met verschillende restaurantjes en winkeltjes, evenals grote stranden. We zijn er niet lang geweest om het aan te raden, maar hebben er wel lekkere pizza en brunch gegeten. Het eten in Costa Rica is vrij internationaal en zeker toegankelijk voor mensen met eetrestricties of allergieën. Het eten varieert van fastfood tot healthy bowls en visgerechten. Een echte aanrader is het lokale gerecht: Gallo Pinto. En zo zijn we bij het einde aangekomen. Wij hebben alles uit onze elf dagen in Costa Rica gehaald en hebben een deel van centraal Costa Rica en de Pacifische kust gezien. Het was een leuke eerste ervaring met het land en wij zullen zeker en vast terugkeren om ook de Caraïbische kust te ontdekken.